Hoe pas ik de instellingen van mijn apparaten aan

U kunt ook de stippen selecteren naast het scherm dat u wilt aanpassen en de optie 'Apparaatinstellingen' selecteren in het beschikbare menu.

Als u met meerdere beeldschermen moet communiceren, selecteert u de relevante selectievakjes aan de linkerkant van het scherm. Eenmaal bevestigd, selecteert u de menuoptie 'Apparaatinstellingen' boven aan het scherm.

Hiermee worden alle apparaatinstellingen weergegeven die al zijn gemaakt. Deze kunnen naar wens worden gekopieerd en bewerkt. Om een nieuwe apparaatinstelling aan te maken, selecteert u de knop 'NIEUW TOEVOEGEN' onderaan het menu.

Dit opent de detailpagina. Voeg een naam en een beschrijving toe voor de nieuwe instelling.

Selecteer de menu-optie 'Wi-Fi' om de Wi-Fi-configuratie van uw beeldscherm aan te passen.

Selecteer de menuoptie 'beveiliging' om uw wachtwoordinstellingen voor uw beeldscherm te beheren.

Selecteer het menu 'Algemeen' om uw weergave-instellingen te beheren. Dit beheert uw algehele configuratie, inclusief apps, datum- en tijdinstellingen, accounts en gebruikers, audio-instellingen, connectiviteit, gegevens en foutopsporingsopties.

Selecteer de menuoptie 'APN' om uw Access Point Name (APN) op het systeem te configureren. Selecteer de schakelaar 'APN instellen' om uw APN-gegevens op het systeem in te stellen.

Selecteer de wallpaper-menuoptie om de achtergrond van uw apparaat in te stellen.

Selecteer de optie 'Certificaat' om gebruikerscertificaten te installeren en plak de inhoud van uw CA-certificaatlichaam.

Selecteer de menuoptie 'Vergrendelscherm' om uw wachtwoord en bericht voor het vergrendelscherm in te stellen.

Zodra uw instellingen zijn geconfigureerd, selecteert u de knop 'BEVESTIGEN'.

Dit voegt uw instelling toe aan uw repository.